Wat vraagt de Leerruimte?
De Leerruimte werkt anders dan anders, ook anders dan het bijbehorende prestatiecontract. De drie deelnemers in de Leerruimte – overheid, bedrijfsleven en kennisinstelling – zijn gelijkwaardige partners. Dit is anders dan de traditionele opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie. Kennis en ervaring worden gebundeld. Successen worden samen gevierd. Risico’s worden onder elkaar verdeeld. Dit vraagt een open en coöperatieve instelling.
Verbetervoorstellen in prestatiecontracten hebben meestal te maken met efficiency. In de Leerruimte gaat het om echte innovaties. Deze laten zich niet in vaste structuren vangen en elke Leerruimte verloopt anders. Dit vraagt om een proactieve, nieuwsgierige en flexibele instelling en een portie lef.
Investeren
Waarde toevoegen
Verrassende resultaten
Kennis benutten
Investeren
De Leerruimte vraagt van alle partners een investering in tijd en middelen zodat veelbelovende ideeën kunnen worden beoordeeld, beproefd en ontwikkeld tot volwaardige oplossingen voor concrete opgaven. De ervaring leert dat de Leerteamleden – vertegenwoordigers van de drie partners – wekelijks met de Leerruimte bezig zijn.
Waarde toevoegen
Het doel van de gelijkwaardige samenwerking en de gedeelde investeringen is om waarde toe te voegen en succesvolle innovaties naar een hoger ontwikkelniveau (Technical Readiness Level en Stakeholder Readiness Level) te brengen en op te schalen. Dat lukt misschien niet in één Leerruimte, maar een volgende Leerruimte kan ermee verdergaan.
Verrassende resultaten
Bundeling van krachten levert verrassend veel op. Het gebied staat centraal en de opgave is duidelijk en concreet. Kennis van Rijkswaterstaat, de markt en kennisinstellingen komt samen en wordt optimaal benut. Dit leidt tot oplossingen die de afzonderlijke partijen niet alleen hadden kunnen bereiken.
Kennis benutten
Innoveren in de Leerruimte levert altijd wat op, ook als de eindstreep voor een innovatie niet wordt gehaald. Alle deelbare kennis en ervaring die is opgedaan, leggen we vast in het Innovatieportfolio, zodat die bij een volgende innovatie van pas kunnen komen.